2024 dag 05
Marcus 1:12-15
Johannes 1:1-18
Het Woord van God
1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
Leven in de wildernis, de woestijn.
Leven in de wildernis, de woestijn. Alleen maar leegte om je heen. Wat ging er door Jezus heen, die veertig dagen, de tijd van voorbereiding, van beproeving, een herhaling van wat er met zijn volk gebeurde voor ze het Beloofde land binnen konden gaan?
Ian Curtis, zanger van de Joy Division, heeft zijn eigen leegte. De tijd was ernaar, de jaren van Thatcher, grote werkeloosheid. Er was weinig toekomst, zeker voor jongeren. Curtis gaat op zoek naar het leven, hij laat zich raden door heiligen maar hun kennis is bij het oud vuil gezet, hij reist verder langs de kruizen van deze wereld, hij ziet de martelaren met het bloed van Christus op de huid, en zo gaat het maar door, een wereld van verlorenheid, mensen met tranen in de ogen.
Jezus wordt gediend door de engelen, hij komt uit de woestijn om zijn sobere verhaal te vertellen aan de wereld: Het Koninkrijk is dichtbij. Curtis, worstelend met voortdurende aanvallen van epilepsie, ziet geen Koninkrijk, hij neemt zijn eigen leven omdat de tijd waarin hij leeft, het lichaam waarin hij moet leven, hem te zwaar wordt.
Hoe kom je uit de wildernis? Hoe kun je ooit alle tranen drogen van alle mensen die in het verdomhoekje zitten? Jezus droogt hier en daar een traan en roept anderen op hem na te volgen en zo uit hun eigen leegte weg te trekken, op zoek naar dat Koninkrijk dat er maar niet wil komen en er toch is; op momenten dat mensen elkaar in solidariteit ontmoeten.