2024 dag 33

Bijbeltekst: Johannes 12:20-33

Johannes 1:1-18

Het Woord van God

1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.

” Graankorrelleven” 

Vandaag lezen we een stuk uitleg van Jezus zelf. Hij vergelijkt zijn eigen lijden en dood met een graankorrel, hoe die in de aarde valt en sterft. Als dat niet gebeurt, is er geen nieuw leven. Een helder beeld, er zit iets in van opoffering. Want nu ga je misschien voor een zakje zaad naar de Welkoop, maar in de tijd van Jezus moest je om graan te kunnen zaaien een klein deel apart houden van de oogst van het voorgaande jaar. Een stukje van de bestaande oogst dat je niet op kon eten. En juist dat stukje oogst moet je dood laten gaan om het volgende jaar weer opnieuw te kunnen oogsten.

Dat is het beeld dat Jezus gebruikt om zijn eigen dood uit te leggen. Het is een helder beeld, maar tegelijkertijd ook knap ingewikkeld. Want wat betekent het? Wat betekent het dat Jezus zijn eigen dood met die van de graankorrel vergelijkt. Wat betekent het dat God dood gaat? Toen, maar ook nu.

God die dood gaat en daarna weer opstaat. Dood is onomkeerbaar, ook al staat Jezus op uit de dood, dat is een andere Jezus toch? Hoe zou het er uit zien als onze God dood gaat, hoe zou hij nu opstaan? Wat zou er gebeuren als we dat laten sterven? Wat levert dat op? Ik hoor het ook terug in het liedje van The White Buffalo:

Don’t you know the answer’s in the sky, oh oh
If you believe just let your spirit fly, oh oh
Can’t you feel the heavens open wide, oh

Fool, the answer ain’t in the sky
It’s in the heart of a child
The beauty’s there inside

Gonna set my body free
Run down to the river and drown
Gonna see what it’s like to get clean

Vertaald:

Weet je niet dat het antwoord in de lucht hangt, oh oh
Als u gelooft, laat uw geest dan vliegen, oh oh
Kun je de hemel niet wijd open voelen, oh

Dwaas, het antwoord hangt niet in de lucht
Het zit in het hart van een kind
De schoonheid zit van binnen

Ik ga mijn lichaam bevrijden
Ren naar de rivier en verdrink
Ik ga kijken hoe het is om schoon te worden

René Coster

Johannes 12:20-33

Jezus spreekt over zijn dood

20Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. 21Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen of ze Jezus konden zien. 22Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. 23Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. 24Werkelijk, Ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort. 25Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven loslaat, behoudt het voor het eeuwige leven. 26Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden.

27Nu slaat de angst Mij om het hart. Wat moet Ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan Mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben Ik juist gekomen. 28Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader.’ Toen klonk er een stem uit de hemel: ‘Ik heb mijn grootheid getoond en Ik zal mijn grootheid weer tonen.’ 29De mensen die daar stonden en dit hoorden, zeiden: ‘Een donderslag!’ Maar er waren er ook die zeiden dat het een engel was die tegen Hem gesproken had. 30Jezus zei: ‘Die stem heeft niet voor Mij gesproken, maar voor u. 31Nu wordt het oordeel over deze wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden. 32Wanneer Ik van de aarde omhooggeheven word, zal Ik iedereen naar mij toe halen.’ 33Daarmee duidde Hij aan welke dood Hij zou sterven. 

Deuteronomium 8: 1-6

Vergeet in voorspoed de HEER niet

81Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. 2Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. 

3U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. 

4Veertig jaar lang raakten uw kleren niet versleten en zwollen uw voeten niet op. 5Laat ieder van u dan beseffen dat de HEER, uw God, u opvoedt zoals een vader zijn kind opvoedt. 6Leef daarom zijn geboden na door de weg te volgen die hij u wijst en door ontzag voor hem te tonen.