Dag 17
Bijbeltekst: Lucas 16: 19-31
Johannes 1:1-18
Het Woord van God
1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
” Maar Abraham zei: ‘Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.’”
Ik voel me altijd een beetje aangesproken als ik het verhaal van Jezus over Lazarus en de rijke man hoor of lees. Dat is niet omdat ik mezelf herken in Lazarus. Het is ook niet direct zo dat ik heel rijk ben, de duurste kleren draag of uitbundig feestvier. Maar ik heb het hier in het veilige Nederland ook zeker niet slecht. En elke keer als ik het verhaal over Lazarus en de rijke man hoor, dan doet het een beroep op mijn toch onbewust ergens aanwezige schuldgevoel.
Het lukt me niet om dat af te kopen met donaties aan goede doelen of wat dan ook. Want ondanks mijn verontwaardiging over de buiten slapende vluchtelingen in Ter Apel, kwam ik ook niet veel verder dan die verontwaardiging. Onbewust laat Jezus mij zien dat er best wel een kloof is tussen mij en de Lazarussen op mijn stoep. Ook al heb ik elke keer de verhalen over en van Jezus gehoord, die water in wijn veranderde en zelf uit de dood opstond, elke keer als ik over Lazarus hoor merk ik dat er nog genoeg werk aan de winkel is.
Het liefst zou ik daarover een dealtje sluiten met God, een treaty zoals Leonard Cohen zingt. Maar misschien is dat wel juist het probleem met Jezus en de liefde van God. Het laat zich niet vangen. Het vraagt vooral van ons om elke keer weer de Lazarussen op onze stoepen op te zoeken en bij de hand te nemen. Misschien is juist dat wel hoe we deze bloody hill bestormen en innemen.