Dag 20

Bijbeltekst: Lucas 14: 1-6

Johannes 1:1-18

Het Woord van God

1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.

” ‘Is het toegestaan hem op sabbat te genezen of niet?’” 

Hoe reageer je als je hoort dat het niet goed gaat met iemand? Als mensen het moeilijk hebben vanwege verlies, verdriet of ziekte, wat is naar hen toe dan een passende reactie? In alle twijfel over wat het juiste is om te doen, kan het gebeuren dat we uiteindelijk dan maar niets doen. In het lied ‘Toen ik hoorde dat het slecht ging’ zingt Jeroen Woe over deze verlegenheid:

Toen ik hoorde dat het slecht met je ging
wou ik een berichtje aan je schrijven
Maar toen ging ik zitten met m’n telefoon
En probeerde ik wanhopig bij clichés en platitudes weg te blijven
En het mocht niet te dramatisch zijn
Maar ook niet te gewoon
Ik bleef hangen in het zoeken naar precies het juiste woord
En jij, hebt niets van mij gehoord

Jezus treft, als hij op bezoek is bij een farizeeër om daar te eten, een ziek persoon aan. De reactie van de aanwezigen, als Jezus hen vraagt of het toegestaan is op dat moment een zieke te helpen, is veelzeggend: de mensen zwijgen. Er komt geen reactie en niemand komt in actie. Het blijft doodstil. Zoals Woe zingt:

‘En jij, hebt niets van mij gehoord.’

Van de kant van Jezus blijft het gelukkig niet stil. Hij maakt hier aan de mensen duidelijk dat er altijd wel een reden te vinden is om niets te doen. Maar God vraagt van ons dat we in actie komen waar mensen worstelen met het leven. Daar is geen twijfel over mogelijk!

Esther Scheer

Lucas 14: 1-6

Het feestmaal op sabbat

1Toen Hij op sabbat in het huis van een vooraanstaande farizeeër was, waar Hij voor een maaltijd was uitgenodigd, werd Hij scherp in het oog gehouden. 2Er was daar iemand met waterzucht. 3Jezus vroeg aan de wetgeleerden en de farizeeën: ‘Is het toegestaan hem op sabbat te genezen of niet?’ 4Maar ze zwegen. Hij pakte de man bij de hand, genas hem en stuurde hem weg. 5En tegen de farizeeën en wetgeleerden zei Hij: ‘Als uw zoon of uw os in een put valt, dan haalt u hem er toch meteen uit, ook al is het sabbat?’ 6Ook daarop hadden ze geen antwoord.

Deuteronomium 8: 1-6

Vergeet in voorspoed de HEER niet

81Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. 2Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. 

3U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. 

4Veertig jaar lang raakten uw kleren niet versleten en zwollen uw voeten niet op. 5Laat ieder van u dan beseffen dat de HEER, uw God, u opvoedt zoals een vader zijn kind opvoedt. 6Leef daarom zijn geboden na door de weg te volgen die hij u wijst en door ontzag voor hem te tonen.