Dag 21

Bijbeltekst: Lucas 14: 7-11

Johannes 1:1-18

Het Woord van God

1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.

” ‘Vriend, kom toch dichterbij!’” 

In de Bijbeltekst van vandaag schetst Jezus een herkenbaar dilemma. Stel je voor dat je een volle kamer of zaal binnen komt. Waar ga je dan zitten of staan? Loop je meteen naar voren en zoek je een goede plek uit, of wacht je liever eerst even af en blijf je dus een beetje aan de zijkant staan?

Sommige mensen hebben een groot gevoel van eigenwaarde en staan snel vooraan. Anderen zijn onzeker over zichzelf en wachten af wat er gaat gebeuren.
Jezus lijkt een duidelijke voorkeur te hebben voor de mensen die onzeker zijn en afwachtend. Hij ziet de zogenaamde muurbloempjes heel goed staan en vraagt ze naar voren. Het maakt niet uit wat andere mensen van je vinden, God kijkt met liefde naar jou.

Over wat je aanhebt
Gaat het niet
Om wat je gisteren gedaan hebt,
gaat het niet
Niet om de cijfers die je haalde
Niet over wat je kan betalen
Niet over groot en sterk zijn
Over altijd op je werk zijn
Gaat ’t niet

Heb lief
Heb lief,
Laat de liefde in je huis

Ruth Jellema

Lucas 14: 7-11

Het feestmaal op sabbat

7Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want Hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: 8‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, 9en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. 10Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: “Vriend, kom toch dichterbij!” Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aanligt. 11Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’

Deuteronomium 8: 1-6

Vergeet in voorspoed de HEER niet

81Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. 2Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. 

3U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. 

4Veertig jaar lang raakten uw kleren niet versleten en zwollen uw voeten niet op. 5Laat ieder van u dan beseffen dat de HEER, uw God, u opvoedt zoals een vader zijn kind opvoedt. 6Leef daarom zijn geboden na door de weg te volgen die hij u wijst en door ontzag voor hem te tonen.