Dag 34

Bijbeltekst: Lucas 7: 36-50

Johannes 1:1-18

Het Woord van God

1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.

” Daarom zeg Ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond. ” 

Jezus wordt door iemand uitgenodigd voor een etentje. Maar terwijl ze aan het eten zijn, komt er een vrouw in beeld. Ze is in alles het tegenovergestelde van de gastheer en had in de stad een slechte naam. Haar gedrag of haar houding zullen niet de schoonheidsprijs verdiend hebben.

Opvallend is dat zij hier de rol van gastvrouw op zich neemt. Ze wil Jezus graag ontvangen. Jezus ziet op zijn beurt haar handelen als een manier om te tonen dat ze hem nodig heeft om opnieuw te kunnen beginnen.

‘Have a little faith in me’ was het eerste nummer dat John Hiatt uitbrengt nadat hij volledig was afgekickt van zijn drugs- en alcoholverslavingen. Als gevolg daarvan was zijn huwelijk stukgelopen en had hij geen platenmaatschappij meer. Hij zingt in dit lied hoe belangrijk het is dat iemand weer vertrouwen in hem kan hebben: ‘Ik moest dat echt even horen: ‘Have A Little Faith In Me’. Of het nu een of andere entiteit was, of wat dan ook, op dat moment wilde ik ergens in geloven.’

Wanneer je, ondanks alles wat je gedaan hebt en wat je overkomen is, het vertrouwen van iemand krijgt dan kan dat enorm helpen bij het (her)vinden van de weg in het leven. Jezus zegt tegen de vrouw ook: ‘Ik geloof in je!’ en daarmee weet ze zich bevrijdt van de dingen uit haar verleden die haar achtervolgden. Hoe jammer is het dat de gastheer alleen oog heeft voor haar fouten en tekortkomingen. Daarmee doet hij niet alleen haar, maar ook zichzelf tekort.

Esther Scheer

Lucas 7: 36-50

De liefde van de zondares

36Een van de farizeeën nodigde Hem uit om te komen eten, en toen Hij het huis van de farizeeër was binnengegaan, ging Hij aanliggen voor de maaltijd. 37Een vrouw die in de stad bekendstond als zondares had gehoord dat Hij bij de farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten flesje met geurige olie. 38Ze ging achter Jezus staan, aan zijn voeteneinde; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde ze met haar haar, kuste ze en zalfde ze met de olie. 39Toen de farizeeër die Hem had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als Hij een profeet was, zou Hij weten wie de vrouw is die Hem aanraakt, dat ze een zondares is. 40Maar Jezus zei tegen hem: ‘Simon, Ik heb je iets te zeggen.’ ‘Meester, spreek!’ zei hij. 41‘Er was eens een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig. 42Omdat ze het geld niet konden terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt. Wie van de twee zal hem de meeste liefde betonen?’ 

43Simon antwoordde: ‘Ik veronderstel degene aan wie hij het grootste bedrag heeft kwijtgescholden.’ Hij zei tegen hem: ‘Dat is juist geoordeeld.’ 44Toen draaide Hij zich om naar de vrouw en vroeg aan Simon: ‘Zie je deze vrouw? Ik ben in jouw huis te gast, en je hebt Me geen water voor mijn voeten gegeven; maar zij heeft met haar tranen mijn voeten natgemaakt en ze met haar haar afgedroogd. 45Jij hebt Me niet begroet met een kus; maar zij heeft, sinds Ik hier binnenkwam, onophoudelijk mijn voeten gekust. 46Jij hebt mijn hoofd niet met olie gezalfd; maar zij heeft met geurige olie mijn voeten gezalfd. 47Daarom zeg Ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’ 48Toen zei Hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ 49De andere gasten dachten bij zichzelf: Wie is Hij, dat Hij zelfs zonden vergeeft? 50Hij zei tegen de vrouw: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’

Deuteronomium 8: 1-6

Vergeet in voorspoed de HEER niet

81Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. 2Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. 

3U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. 

4Veertig jaar lang raakten uw kleren niet versleten en zwollen uw voeten niet op. 5Laat ieder van u dan beseffen dat de HEER, uw God, u opvoedt zoals een vader zijn kind opvoedt. 6Leef daarom zijn geboden na door de weg te volgen die hij u wijst en door ontzag voor hem te tonen.