Dag 36

Bijbeltekst: Hebreeën 13: 1-8

Johannes 1:1-18

Het Woord van God

1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.

” Zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. ” 

Er spoelen mensen aan – Kiki Schippers 2016

De onbekende schrijver van de brief aan de Hebreeën – met dat woord worden de Joden bedoeld die overal over de wereld waren verspreid, vaak als vluchteling, vaak voor betere kansen in het leven – kan het mooi zeggen. Neem iemand gastvrij in je huis op en soms ontdek je dat het niet een vreemdeling maar een engel is die je opnam. 

Mensen vinden het vaak niet moeilijk om gastvrij te zijn tegenover min of meer bekenden. Maar mensen van ver? Voor je het weet zitten er terroristen onder, en trouwens met al die woningnood.

In Nederland hebben we het probleem grotendeels uitbesteed. Bij Turkije, Jordanië, Griekenland, Libië. Kiki Schippers heeft de beelden gezien en schreef een liedje. Ze won er prijzen mee, want hoe ongastvrij we ook zijn, we weten echt wel wat er aan de hand is.

er spoelen mensen aan
met spaargeld en diploma’s
met zonen en met dochters
met dromen

en met hun ogen dicht
duw ze terug in het water
er spoelen mensen aan
en we kijken naar de beelden
en daarna komt de reclame
apparaten voor ’t verwijderen van eelt

Het is duidelijk, we hebben eelt op onze ziel en de woorden van die joodse man, die een brief aan zijn volksgenoten schreef, zijn vergeten. We geloven immers niet meer zo in engelen.

Stuur ze terug naar de honger, naar de strijd

Albert Ferwerda

Hebreeën 13: 1-8

1Houd de onderlinge liefde in stand 2en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. 3Bekommer u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangenzat, en om de mishandelden alsof u zelf mishandeld werd.

4Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want ontuchtplegers en echtbrekers zal God veroordelen. 5Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal Ik u afvallen, nooit zal Ik u verlaten,’ 6zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: ‘De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen?’

7Denk aan uw leiders, die het woord van God aan u hebben verkondigd, neem een voorbeeld aan hun geloof en kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt. 8Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!

Deuteronomium 8: 1-6

Vergeet in voorspoed de HEER niet

81Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. 2Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. 

3U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. 

4Veertig jaar lang raakten uw kleren niet versleten en zwollen uw voeten niet op. 5Laat ieder van u dan beseffen dat de HEER, uw God, u opvoedt zoals een vader zijn kind opvoedt. 6Leef daarom zijn geboden na door de weg te volgen die hij u wijst en door ontzag voor hem te tonen.