Dag 41

Bijbeltekst: Johannes 12: 1-18

Johannes 1:1-18

Het Woord van God

1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.

‘Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, zalfde de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de olie trok door het hele huis.’

‘Hoe jij ruikt, is als thuis’, zo begint het refrein van het liedje ‘Adem je in’ van S10. Ze zingt over een veilige plek die ze bij iemand heeft gevonden. In liedjes, gedichten en literatuur komt het belang van verschillende zintuigen vaak naar voren. Wat je ziet, hoort, proeft en voelt, dat doet ertoe. Over geuren en ruiken wordt echter niet vaak geschreven, toch is het van groot belang. Een bijzondere geur kan van alles bij je oproepen, een herinnering aan vroeger, een reactie van afschuw of een gevoel van veiligheid.

Maria houdt veel van Jezus. Ze wil hem graag bij zich houden, maar ze weet dat ze hem los moet laten. Ze zalft zijn voeten met kostbare, geurende nardusolie. De geur vult het hele huis. Een geur van liefde en tegelijk een geur van rouw. De aanwezigen spreken er schande van. Maar Jezus zegt: ‘Laat haar, ze doet dit voor de dag van mijn begrafenis,’

Welke geur is jou dierbaar?

Ruth Jellema

Johannes 12: 1-18

1Zes dagen voor Pesach ging Jezus naar Betanië, waar Lazarus woonde, die Hij uit de dood had opgewekt. 2Daar hield men ter ere van Hem een maaltijd; Marta bediende, en Lazarus was een van de mensen die met Hem aanlagen. 3Maria nam een kruikje vol kostbare, zuivere nardusolie, zalfde daarmee de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de olie trok door het hele huis. 4Judas Iskariot, een van de leerlingen, degene die Hem zou uitleveren, vroeg: 5‘Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?’ 6Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was een dief: hij beheerde de kas en stal eruit. 7Maar Jezus zei: ‘Laat haar, ze doet dit voor de dag van mijn begrafenis; 8de armen zijn immers altijd bij jullie, maar Ik niet.’

9Veel Joden hadden gehoord dat Jezus daar was en gingen naar Hem toe, niet alleen om Hemzelf, maar ook om Lazarus te zien, die Hij uit de dood had opgewekt. 10De hogepriesters beraamden intussen een plan om ook Lazarus te doden, 11omdat hij er de oorzaak van was dat veel Joden naar Jezus gingen en in Hem geloofden.

Intocht in Jeruzalem

12De volgende dag was er al een grote menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen ze hoorden dat Jezus ook zou komen, 13haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, Hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.’ 14Jezus zag een ezel staan en ging erop zitten, zoals geschreven staat: 15‘Vrees niet, vrouwe Sion, je koning is in aantocht, en Hij zit op een ezelsveulen.’ 16Zijn leerlingen begrepen dit aanvankelijk niet, maar later, toen Jezus tot majesteit verheven was, herinnerden ze zich dat dit over Hem geschreven stond, en dat het zo ook gebeurd was. 17De mensen die erbij waren geweest toen Hij Lazarus uit het graf riep en uit de dood opwekte, waren van die gebeurtenis blijven getuigen. 18Daarom ging de menigte Hem tegemoet; ze hadden gehoord dat Hij dit teken had verricht. 

Deuteronomium 8: 1-6

Vergeet in voorspoed de HEER niet

81Leef alle geboden die ik u vandaag voorhoud strikt na. Dan zult u in leven blijven, in aantal toenemen en het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, binnengaan en het in bezit nemen. 2Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. 

3U hébt zijn macht leren kennen: hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. 

4Veertig jaar lang raakten uw kleren niet versleten en zwollen uw voeten niet op. 5Laat ieder van u dan beseffen dat de HEER, uw God, u opvoedt zoals een vader zijn kind opvoedt. 6Leef daarom zijn geboden na door de weg te volgen die hij u wijst en door ontzag voor hem te tonen.