Dag 42
Bijbeltekst: Johannes 13: 1-15
Johannes 1:1-18
Het Woord van God
1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
‘Ik heb een voorbeeld gegeven, wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.’
Ik lijd honger, desnoods dorst en kou
Ik struin de straten af voor dag en dauw
Er is niets dat ik niet doe voor jou
Tot jij mijn liefde voelt
Jezus ligt met zijn vrienden aan. Ze hebben de laatste tijd met hem opgetrokken. Ze trokken met hem langs de straten van Israël. Ze waren erbij toen hij zijn handen bij zieken oplegden. Ze hoorden hem discussiëren met de leiders van het volk. Ze zagen Jezus zijn dienst aan de wereld vervullen.
Maar nu staat Jezus op. Jezus geeft invulling aan de woorden die hij gesproken heeft. Hij pakt de kom met water en wast zijn vrienden de voeten. Hij daalt af tot de gestalte van een dienstknecht. Er is niets dat ik niet doe voor jou, zingt Van Dik Hout.
Want door dit moment heen wil Jezus hen tonen: zoveel heb ik over voor anderen, zoveel heb ik over jullie, zoveel voor jou…tot jij mijn liefde voelt.
Daar mag onze liefde, onze dienstbaarheid beginnen. Bij Jezus die met zijn leven, met zijn sterven, met zijn omringende aanwezigheid in ons bestaan, duidelijk wil maken: ik heb je lief! Zo mag ook jij anderen met liefde en zorg omringen en liefde geven.
Hoe ver zou jij in jouw dienstbaarheid gaan?