Dag 46
Bijbeltekst: Johannes 19:38-42
Johannes 1:1-18
Het Woord van God
1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
” Ze wikkelden Jezus’ lichaam met de balsem in linnen”
Nicodemus en Josef van Arimatea. Zie ze staan, twee mannen zo stil. hand in hand op een begrafenis, van een vriend. Frank Boeijen en Stef Bos verklanken het gevoel van de twee geheime vrienden van Jezus. “Geef een zakdoek, vertel het niemand. Een stuwmeer van tranen, verdringt de tijd” klinkt het uit de kelen van de zangers. Ja, soms schieten woorden tekort. In de stilte wordt er vaak meer gecommuniceerd. Maar wat kunnen de mannen nog doen, nu hun vriend in het graf ligt? Luister, het lied gaat verder.
“Ze bestormen de hemel,
Ze verdwijnen in de nacht,
Ze vluchten en ze drinken,
Ze lachen om de onmacht.
Wat is verdriet?
Is het een vijand of een vriend?
Kom laten we gaan dansen,
Tot het niet meer gaat,
Tot de dageraad.”