Dag 47
Bijbeltekst: Johannes 20:1-18
Johannes 1:1-18
Het Woord van God
1In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2Het was in het begin bij God. 3Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
6Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
14Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
” Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’”
De opstanding wordt beschreven vanuit de ogen van mensen. Steeds meer krijgt men zicht op de opgestane Heer. Maar het gaat stapje voor stapje. Na de eerste waarneming, die alleen bevestigt dat het lichaam er niet meer is, blijft Maria achter met haar verdriet en gemis. Na het zien van twee engelen, staat ze vervolgens oog in oog met Jezus, al doorziet ze nog niet met wie ze van doen heeft. Pas als Jezus haar naam noemt, ziet ze werkelijk wie er bij haar is. Haar ogen gaan open! En het is deze ontmoeting die haar in beweging zet. Maria keert terug naar de andere leerlingen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ Waar de anderen niet meer zagen dan een leeg graf, heeft Maria de Opgestane Heer mogen zien.
De opstanding is een proces: van ogen die steeds meer opengaan, van verdriet dat steeds meer plaatsmaakt voor vreugde, van het licht dat steeds meer door de donkere wolken heen breekt. Die ervaring van de opstanding wordt heel mooi bezongen in het lied ‘I can see clearly now’ van Johnny Nash (en door de vele anderen die het lied gecoverd hebben):
I can see clearly now the rain is gone
I can see all obstacles in my way
Gone are the dark clouds that had me blind
Oh, yes I can make it now the pain is gone
All of the bad feelings have disappeared
Here is that rainbow I’ve been praying for!
Vertaling
Ik kan het duidelijk zien nu de regen weg is
Ik zie alle obstakels op mijn weg
Voorbij zijn de donkere wolken die me blind maakten
Oh ja, ik red het wel nu de pijn weg is
Alle nare gevoelens zijn verdwenen
Hier is die regenboog waar ik voor heb gebeden!